Met grote regelmaat krijgen Marc Strikkeling en Joris van der Pas vragen over monomestvergisting op melkveebedrijven. De bedrijfsadviseurs van ABAB merken dat steeds meer ondernemers zich willen verdiepen in monomestvergisting en kijken of die kansen biedt voor een extra verdienmodel op het melkveebedrijf.

‘De overheid wil via de energietransitie het gebruik van fossiele brandstoffen verminderen en de inzet van duurzamere energie stimuleren’, duidt Strikkeling de interesse. ‘Een van de stimuleringsmaatregelen is het verplicht bijmengen van 20 procent groen geproduceerd gas vanaf 2030. Ook de forse verhoging van de SDE++-subsidie per kubieke meter groen gas draagt eraan bij dat monomestvergisting interessant kan zijn voor melkveebedrijven’, vult Van der Pas zijn collega aan.

Randvoorwaarden in beeld brengen

‘Het is in feite mestvergisting 2.0’, vervolgt Strikkeling. ‘De afgelopen jaren waren best lastig voor bedrijven met mestvergisters, maar er breekt een nieuwe fase aan. De techniek is verbeterd, de subsidies zijn uitgebreider. Een goede voorbereiding en een goede doordachte doorrekening zijn dan belangrijk om te inventariseren of monomestvergisting op je bedrijf past.’

Om voor geïnteresseerde melkveehouders inzichtelijk te maken of monomestvergisting kansrijk is, werd Joey Habraken, student aan HAS Green Academy in Den Bosch, gevraagd om een stappenplan te maken. Zijn belangrijkste vraag: aan welke randvoorwaarden zou het bedrijf moeten voldoen om monomestvergisting rendabel te maken?

Dagverse mest

‘Het stappenplan is eigenlijk een inventarisatielijst die je samen met een specialist invult’, vertelt Habraken. Zo is de hoeveelheid geproduceerde mest op jaarbasis en daarmee het aantal koeien belangrijk, maar ook is het van belang om te weten of het mogelijk is om mest zo snel mogelijk in de vergister te krijgen. ‘Dagverse mest levert de meeste methaan op. Het vloertype in de stal is daarmee belangrijk, of de mogelijkheid om de vloer aan te passen’, aldus Habraken. Maar ook de mogelijkheid om groen gas rechtstreeks aan het net te kunnen leveren of de benutting van restwarmte dragen bij aan het financiële eindresultaat. ‘En niet te vergeten speelt ook de beschikbare arbeid een rol.’

Na het doorlopen van het stappenplan begint het eigenlijk pas, stelt Strikkeling. ‘Na het stappenplan gaan we met de ondernemer kijken voor welke subsidies het bedrijf in aanmerking kan komen. We kijken ook naar de bedrijfsstructuur, de ondernemingsvorm en de financiële situatie. We brengen het hele plaatje in beeld.’

Mestvergisting moet bij je passen

Monomestvergisting moet volgens Van der Pas overigens los gezien worden van de mestproblematiek. ‘Pas wanneer je na het vergistingsproces de mest gaat strippen in verschillende meststromen, kan dat een rol gaan spelen. Als renure in de toekomst wordt goedgekeurd, kan dat wel een extra prikkel zijn om aan de slag te gaan met vergisten in combinatie met meststrippen.’

Wat typeert de melkveehouders die interesse tonen in mestvergisten? ‘Dat is heel divers’, stelt Strikkeling. ‘Er is wel een bepaalde bedrijfsgrootte nodig, maar mestvergisting moet ook bij je als ondernemer en bij de bedrijfssituatie passen. Het is echt niet voor iedereen weggelegd. Maar er liggen zeker kansen voor de melkveesector. Doorloop met ons het stappenplan en zorg er in elk geval voor dat je het hele bedrijfsplan overziet. Een goed onafhankelijk advies is dan echt onmisbaar.’ 

Meer weten?

Bij ABAB zijn we graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Weten hoe wij u kunnen helpen? Neem contact op met Marc Strikkeling, senior bedrijfsadviseur, via telefoonnummer 06-83905100 of stuur Marc een e-mail.