Hoe investeren in hittestresspreventie?

Door de steeds hogere melkproductie van de Nederlandse melkkoe neemt ook de warmteproductie van de koe toe. Aan de andere kant zorgt het veranderende Nederlandse klimaat met steeds meer warme dagen ervoor dat het risico op hittestress toeneemt. Voor optimale technische resultaten van gezonde melk- en droge koeien wordt het daarom steeds noodzakelijker en rendabeler om te investeren in hittestresspreventie. 

Een koe functioneert het beste bij een temperatuur tussen de 5 en 20 graden Celsius. Als de temperaturen oplopen, is extra alertheid geboden. Vanaf 21 graden heeft ze, afhankelijk van de luchtvochtigheid en windsnelheid, last van de warmte. De koe moet dan meer moeite doen om de door haar zelf geproduceerde warmte, die vrijkomt bij de vertering van het rantsoen, kwijt te raken aan de omgeving. 

klimaatatlas
Links: De gemiddelde temperaturen in Nederland in 2006 en 2007 waren vergelijkbaar met het klimaat in midden-Frankrijk tegen het eind van de vorige eeuw (KNMI, 2008). Rechts: Langjarig gemiddelde 1981-2010 (Klimaatatlas.nl)

U ziet dan aan de koeien dat ze minder vreten, meer water drinken, sneller ademhalen, zweten, dat de lichaamstemperatuur gedurende de dag oploopt en ze meer bij elkaar gaan staan. Het gevolg is dat de melkproductie daalt en de kans op diergezondheidsproblemen, zoals vruchtbaarheid, klauwproblemen en uierontsteking, toeneemt. In het geval van uiergezondheid kunnen onder druk van een verminderde weerbaarheid nieuwe uierinfecties ontstaan en oude chronische infecties weer opflakkeren. Naast het ontstaan van klinische mastitisgevallen leidt dit vaak tot een stijging van het tankmelkcelgetal.

Om de veroorzaakte stress door de hitte bij uw melkkoeien te voorkomen zijn schaduwplekken, voldoende fris drinkwater (behoefterichtlijn is minimaal veertig liter en vier maal de melkproductie in liters) en koeling met ventilatoren en sprinklers essentieel.

Aanpassingen voor vreet- en liggedrag

Het in warme periodes doorvoeren van aanpassingen die ervoor zorgen dat het vreet- en liggedrag van de koeien optimaal blijft, helpt ook. Koeien hebben de neiging om in warme periodes minder en minder vaak te vreten (normaal negen tot veertien keer per dag) en als het ’s nachts afkoelt juist zeer veel in één keer te vreten (slugg feeding).

Minder en grotere maaltijden per dag zorgen voor een minder stabiele zuurgraad(pH) in de pens en daarmee voor een slechtere ruwvoervertering. Onderzoek toont aan dat door het tweemaal daags voeren voor het melken 3,5 uur te verschuiven (weg van het melken) ertoe leidde dat koeien hun voer langzamer consumeerden in kleinere, frequentere maaltijden gedurende de dag. Hierdoor verbeterde de voerefficiëntie en de melkproductie. Regelmatig aanschuiven van het voer, vooral vrij kort na voeren, deed deze kengetallen nog verder verbeteren.

Koeien die hittestress doormaken blijven ook langer staan om hun warmte beter kwijt te kunnen, maar liggen daardoor minder dan de tien tot dertien uur die ze normaal aan deze bezigheid besteden. Hierdoor komt het voor dat de koeien tot een uur per dag minder herkauwen, omdat ze dit vooral doen als ze rustig liggen. Het minder liggen is ook een extra belasting van het locomotie-apparaat en de klauwen. Door te zorgen voor veel goede droge schaduwrijke ligplekken in combinatie met het vaker verstrekken van vers smakelijk goed verteerbaar ruwvoer kunt u zelf bijdragen aan betere technische resultaten en een goede diergezondheid tijdens en na deze warme dagen. 

Wilt u nog meer tips over het voorkomen van hittestress bij melkvee? Download dan het Draaiboek Hittestress.

Bekijk de video 'Hittestress bij koeien' met GD-dierenarts Christian Scherpenzeel