Zo voorkomt u ‘aankoop’ van mastitis

melken

Op de meeste melkveebedrijven wordt vóór aanvoer van runderen stilgestaan bij de risico’s, zoals insleep van infectieziekten en eventuele gevolgen voor de diergezondheidsstatus. Echter, aankoop kan ook gevolgen hebben voor de diergezondheid, zoals neospora, mycoplasma, klauw- of uiergezondheid. Hoe kunt u deze problemen zo goed als mogelijk voorkomen?

Uit telefoongesprekken, tijdens bedrijfsbezoeken en via de uitslagen van Mastitis Tankmelk zien we dat de aanvoer van koeien met een uierinfectie soms de oorzaak is van een verminderde uiergezondheid van het hele koppel. In tankmelk is dan de sterk koegebonden mastitisverwekker Streptococcus agalactiae aangetoond.

Maatregelen om te nemen

Het aantal bedrijven met S.agalactiae in de tankmelk blijft laag, maar was in de laatste twee jaren opvallend hoger dan in de jaren daarvoor. S. agalactiae komt voornamelijk in de tankmelk via geïnfecteerde koeien. Deze mastitiskiem is heel erg besmettelijk en wordt vooral tijdens het melken overgedragen van geïnfecteerde naar niet-geïnfecteerde koeien. Ook de aankoop van dieren is voor deze mastitisverwekker een bekende risicofactor. Niet zelden blijkt op deze bedrijven vee te zijn aangekocht, regelmatig vanuit het buitenland. 

Deze veehouders merken vaak een (soms zeer snel) stijgend tankcelgetal op, maar zien geen of nauwelijks een toename van zichtbare mastitis bij hun koeien. Dit is typerend voor een S.agalactiae-besmetting. Hoewel S.agalactiae over het algemeen goed te behandelen is, vereist het een consequente aanpak en zijn er vaak extra maatregelen nodig om overdracht tijdens het melken te voorkomen. Dit gebeurt via handen, doeken en tepelvoeringen. Speenontsmetting na het melken is een belangrijke preventieve maatregel. Wanneer de geïnfecteerde dieren tijdig worden opgespoord en aangepakt, zal het aantal S. agalactiae (en het celgetal) in de tankmelk dalen.

Mastitisverwekkers aanpakken

Om dierziekten buiten de deur te houden is het uiteraard het veiligst om geen vee aan te kopen. Maar als uw bedrijfsvoering u geen andere keuze laat, dan kunt met behulp van de GD-risicocheck de risico’s zo klein mogelijk houden. Het vóór aankoop opvragen van het mpr-celgetal en de klinischemastitishistorie van de koe en de mastitisverwekkers op bedrijfsniveau kunnen al helpen om risico’s in te schatten. Wilt u meer zekerheid? Dan is het zinvol om de aan te voeren dieren voor te screenen door individueel bacteriologisch melkonderzoek te laten uitvoeren.

Kijk op onze website voor al onze informatie en praktische tools rond uiergezondheid.

Pak S.agalactiae aan door:

  • overdracht tijdens het melken te voorkomen
  • te zorgen voor een goed functionerende melkmachine
  • in overleg met de dierenarts een goede droogzetstrategie toe te passen
  • geïnfecteerde dieren op te sporen en te behandelen.