De eerste voeding móét optimaal zijn

De eerste biestvoeding is veruit het belangrijkste maal in het leven van een koe. Dit kan niet genoeg worden benadrukt. Toch bevat op een gemiddeld melkveebedrijf 50 procent van de biest minder antistoffen dan nodig is voor de eerste voeding! Alle reden om het protocol voor de eerste biest nog eens van a tot z uit te lichten.

Waarom is de eerste biest ook alweer zo belangrijk?

Het kalf heeft bij de geboorte geen antistoffen tegen ziekteverwekkers en is dus even totaal weerloos tegen eventueel heersende ziektes. Het kalf krijgt de antistoffen alleen door snel na de geboorte voldoende goede biest te drinken. Goede biest bevat, naast antistoffen, stoffen die het afdrijven van de eerste mest bevorderen en licht verteerbare voedingsstoffen, mineralen en vitaminen.

De grote eiwitmoleculen, immunoglobulinen genoemd, in biest zijn dragers van de antistoffen.
Het kalf is alleen in de eerste 24 uur na de geboorte goed in staat deze volledig intacte antistoffen uit de melk op te nemen. Dit heeft twee oorzaken:
1. De zuurgraad in de lebmaag is nog zo hoog dat de antistoffen hierin niet worden afgebroken.
2. De darmwand laat intacte antistoffen de eerste 24 uur door en daarna niet meer. 

Wat is snel, genoeg en goed?

  • Snel: verstrek de eerste voeding binnen 1 uur na de geboorte. De capaciteit van het kalf om de antilichamen goed op te nemen is direct na de geboorte het hoogst en neemt daarna met het uur af.
  • Genoeg: de eerste 4 liter binnen een uur na de geboorte en in totaal circa 6 liter binnen 24 uur na de geboorte. Deze hoeveelheden zijn nodig om de opnamecapaciteit van het kalf optimaal te benutten en het dier meteen vanaf de start maximale weerstand en ontwikkeling mee te geven.
  • Goed: in ieder geval biest van een koe die al langer op het bedrijf aanwezig is en dus afweerstoffen tegen bedrijfsspecifieke ziekteverwekkers (pathogenen)heeft opgebouwd. Dat hoeft niet de melk van de moederkoe te zijn! Sterker nog: de biest van een andere koe kan soms van een betere kwaliteit zijn.
    Essentieel is dat u de kwaliteit van de eerste biest controleert op zuiverheid en de concentratie antistoffen. Met de antistoffen uit die biest moet het kalf het de eerste weken doen; pas na 3 weken heeft het kalf zelf voldoende weerstand opgebouwd.

Benieuwd naar het volledige artikel, inclusief de biestprotocol-poster? Lees hier verder.